werd, is door zijn goede typografische verzorging en
rijke illustratie steeds een welkom geschenk en door zijn
rijken inhoud een weerspiegeling van al wat Heem-
schut's aandacht heeft en door den Bond Heemschut
verricht wordt, en zoo een goede propaganda voor
Heemschut's idealen. Voordrachten werden vooral in
den aanvang nog al eens door bestuursleden, in de eer
ste plaats door Weissman, in verschillende plaatsen
gehouden. De architect A. A. Kok vervolgde deze taak,
en wist in tal van provincieplaatsen honderden wakker
te schudden. Langzamerhand namen de aangesloten ver-
eenigingen deze taak gedeeltelijk over, waarbij zij ech
ter nog vaak bestuursleden van Heemschut als sprekers
zagen optreden. Verschillende malen werden en wor
den nog berichten in de groote pers verspreid. Drie
maal (in 1911, 1913 en 1920) organiseerde de Bond
Heemschut een over enkele dagen loopende Heemschut-
conferentie, waarin een aantal deskundigen hun licht
lieten schijnen op punten van het Heemschut-werk.
Vooral ook de discussies daarna waren daarbij van
groote beteekenis. Later heeft de in 1927 opgerichte
organisatie, die den naam van „Monumentendag"
draagt, deze taak op zich genomen, en hield tot het
uitbreken van den oorlog geregeld in de zomermaanden
ergens in ons land een bijeenkomst van enkele dagen,
waarbij een aantal voordrachten gehouden werden op
het gebied van natuur- en stedenschoon, meestal gevolgd
door een excursie in de omgeving. Daar hierbij weer
voor een deel een ander publiek bereikt wordt dan de
engere Heemschut-kring, geldt het oude recept van „ge-
trennt Marschieren und vereinigt Schlagen" ten volle.
In dit verband moeten wij ook noemen de Heemschut-
Tentoonstellingen. Tot nog toe waren er twee: een in
1919 in het Stedelijk Museum te Amsterdam, en een
in 1934 in het Koloniaal Instituut aldaar, toen het
25 jaar geleden was dat wel is waar niet Heemschut
opgericht werd, maar toch in de bovenvermelde bijeen-
45