ten voor leeraren en onderwijzers om hen in staat te stellen, bij de jeugd kennis van en liefde voor de schoonheid van Nederland op te wekken. 8. Het doen houden van populaire voordrachten met lichtbeelden, om het publiek in alle streken des lands de schoonheid der omgeving te leeren kennen en te doen waardeeren en het duidelijk te maken zoowel hoe die schoonheid kan worden behouden als hoe zij te loor gaat. In deze voordrachten moet ook op het groote be lang, dat voor ons land, wegens het vreemdelingenver keer, aan het behoud der schoonheid verbonden is> gewezen worden. 9. Het zenden aan de pers van mededeelingen en op stellen, welke tot voorlichting van het publiek nood zakelijk zijn. 10. Het verspreiden van geïllustreerde boeken en vlug schriften. 11. Het uitgeven van een maandschrift. 12. Het uitschrijven van studievragen." Hierbij was nog de volgende toelichting gevoegd: „Ad 1. De Bond zal zich, ten opzichte der bescherming van bestaande gedenkteekenen, aansluiten bij de be weging, door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond begonnen, om tot een bescherming door de wet te geraken, en, zoolang die nog niet is verkregen, alle pogingen steunen, die gedaan worden om bedreigde bouwwerken te behouden. Ad 2. Wat het beschermen der bestaande schoonheid in de natuur aangaat zal de Bond zich verstaan met de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en zich verder bepalen tot het opwekken van belangstelling voor deze schoonheid in den ruimsten kring. In bijzondere gevallen zal de Bond de pogingen steunen, die tot behoud van het landschaps- of stads- 30

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 32