en in heemstede als synoniem van boerenhofstede;
schut was nog in de 17e eeuw gelijkluidend met be
scherming. In dien zin is het woord door Breêroo en
Hooft gebruikt, terwijl het nog voortleeft in woorden
als wildschut, schutter en zooveel andere. Hoewel er in
de vergadering van 8 December 1910, die bijeengeko
men was om de statuten en het huishoudelijk reglement
samen te stellen, nog enkele stemmen gehoord werden
die het woord Heemschut als een germanisme, en een
vertaling van het woord „Heimatschutz" beschouwden,
werd toch de door de commissie voorgestelde naam
Heemschut met algemeene stemmen als naam van den
nieuwen Bond aangenomen*).
In de eerste vergadering van den Bond op 2 Februari
1911 werd medegedeeld, dat 22 instellingen zich bij den
Bond hadden aangesloten, welk aantal in de Algemeene
Vergadering van 24 Mei van dat jaar reeds tot 30 ge
stegen was, en werd een algemeen bestuur van 15 per
sonen gekozen. Tot Voorzitter werd benoemd de heer
Mr W. B. Buma te Marssum, die deze benoeming echter
slechts voorloopig wenschte aan te nemen**), terwijl het
Dagelijksch Bestuur kort daarop samengesteld werd
uit de heeren Mr W. B. Buma, Voorzitter, E. W. Moes,
Onder-Voorzitter, A. W. Weissman, eerste Secretaris,
S. de Clerq, tweede Secretaris en G. A. Pos, Penning
meester.
In dezelfde vergadering van 18 Februari 1911 werd
de vraag aan de orde gesteld, hoe de Bond nu zou gaan
werken. Enkele personen wilden het initiatief overlaten
aan de aangesloten lichamen, zoodat Heemschut slechts
tot taak zou hebben, de door deze gedane pogingen te
28
Merkwaardig is dat door het werk van den Bond Heemschut
het woord „heem" weer nieuw leven gekregen heeft, en in ver
schillende samenstellingen gebruikt wordt, waarvan vooral die
van „heem-kunde" onder het groote publiek doorgedrongen is.
In de vergadering van 16 November 1912 werd Prof. Dr H.
Brugmans tot definitief Voorzitter gekozen.