niging op te richten, die zich ten doel stelde te waken voor de schoonheid van Nederland. Deze vereeniging zou in de eerste plaats een federatie, men zou thans zeggen een overkoepeling, van de reeds op dit gebied werkzame vereenigingen zijn, maar ook groepen van persoonlijke leden toelaten. Aan den heer De Bazel werd opgedragen, een programma van actie op te stel len, dat na goedkeuring rondgezonden werd aan de aan wezigen in de vergadering van 27 April 1909. Over deze persoonlijke leden was aanvankelijk ook nog al wat te doen geweest. Enkele oprichters wilden de nieuwe vereeniging uitsluitend een federatief karakter geven, dus slechts bestaande vereenigingen als lid toe laten. Vooral de heeren E. W. Moes, Dr Joh. C. Breen en F. A. Hoefer pleitten echter zoowel om propagan distische als om financieele redenen voor het opnemen van particuliere personen als lid, hoewel het federa tief karakter van de vereeniging voorop zou moeten blijven staan, en de aangesloten lichamen als het ware de ruggegraat van den Bond zouden moeten blijven vormen. In een bijeenkomst van 26 Januari 1910 werd toen be sloten, den daarop volgenden zomer een oprichtende vergadering bijeen te roepen, en daartoe een 50-tal lichamen uit te noodigen, die voor het lidmaatschap in aanmerking kwamen. Deze vergadering had plaats op 8 Juni 1910, wederom in het Muntgebouw te Amster dam, waarheen 25 vereenigingen vertegenwoordigers gezonden hadden. In deze bijeenkomst werd tot oprich ting van den Bond besloten. Eerst wilde men hem den naam: „Mooi Nederland" geven. Gelukkig had de heer Weissman een beter denkbeeld. Hij stelde voor, den opgerichten Bond den naam van Heemschutte geven. Heem was volgens hem een goed Nederlandsch woord, dat nog hier en daar gebruikt wordt en erf in den ruim- sten zin beteekent, en in onze taal nog voortleeft in woorden als heemhond voor waakhond, in heemraad, 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 29