aesthetisch argument aangevoerd werd, n.1. het verkrij gen van een wijder uitzicht op den Dreef, moet dit be sluit van den Haarlemschen gemeenteraad toch als een droevig vandalisme bestempeld worden. Een ander voorbeeld is dat in 1830 de Amsterdamsche Gemeenteraad besloot twee stadstorens af te breken, de Jan Roodenpoortstoren op de Torensluis en de Haringpakkerstoren aan den IJkant, omdat ze voor tijdsaanwijzing niet meer noodig waren, zonder dat deze Raad besefte dat zijn voorganger twee eeuwen vroeger deze torens door den stadsbouwmeester had laten ma ken tot versiering en verfraaiing van de stad. Ook andere levensinzichten speelden een rol. Daardoor geschiedde het in 1790 dat te Nijmegen de Carolin- gische Burcht, het prachtige kasteel het Valkhof, waar aan herinneringen verbonden waren aan Karei den Grooten, dat dit historisch en architectonisch monument bij uitnemendheid werd afgebroken omdat men in een verlichten tijd niet meer aan de ruwe zeden van de mid deleeuwen wenschte te worden herinnerd. In 1825 werden veilingbiljetten verspreid waarbij van staatswege het „Slot te Muiden" zou worden verkocht, „publiek voor afbraak" staat erop. Deze veiling werd op het laatste oogenblik door Koning Willem I afgelast. De negentiende eeuw was voor de steden en dorpen en het landschap een droeve tijd. Dwars door het land werden kanalen gegraven ter bevordering van handel en verkeer, zonder dat iemand zich erom bekommerde wat daarbij aan schoonheid teloor ging. Hetzelfde ge schiedde bij den aanleg der spoorwegen. Men behoeft slechts van een Nederlandsche stad naar vrije keuze een kaart op te zoeken van vóór den aanleg van kanalen en spoorwegen en ernaast te leggen een plattegrond van daarna om met één oogopslag te zien wat verloren ging aan oude vestingwerken, ordelijke wegen en his torische bouwwerken. Toch moet men dezen tijd er niet al te zwart om aan- 10

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 12