wordt bekroond door een achtkante lantaarn, waar van de halve plattegrond is aangegeven. 25. Trapportaal, Sted. museum, Amsterdam. Vloer, trap, bordes en borstwering met fonteintje zijn van geaderd wit marmer. De wanden, de onderzijde der trap en het plafond zijn van stuc met vakwerk door lijsten ingedeeld en met ornament versierd. Het lof werk boven de deur is nog symmetrisch en wat zwaar; het overige is asymmetrisch en lichter. Een koof als hollijst doet den geleidelijken overgang van wand op plafond zien. De wenteltrap is evenals de glasdeur van mahoniehout, en haar boornen zijn bespiegeld met een omlijsting. De balusters toonen rijk gesneden C- en S-krullen, terwijl de omtreklijn van den hoofdbaluster zich herhaalt aan de andere zijde in marmer als aanvang van de gesloten houten traplambrizeering. Alles te samen genomen, zien we hier de laat-barok en de eerste glimpen der rococo. 26. Schoorsteen in het huis Vijverberg 3, 's-Ora- venhage. De lage marmeren mantel met zwaar barok ornament wordt afgedekt door een vlakke plaat, waarop kunstvoorwerpen te plaatsen zijn. De boezem, met rijk stukwerk versierd, is geflankeerd door twee pilasters, waartusschen in een typeerende Lodewijk XIV omlijsting een wit marmeren relief geplaatst is. Vervaardigd door J. C. D. Cock in 1707 stelt het voor Daphne, die, aangeraakt door Apollo, verandert in een laurierboom. 27. Schoorsteen en betimmering, afkomstig uit het oorspronkelijk voor Constantijn Huygens gebouwde huis te 's Gravenhage. De mantel is van geaderd rood-grijs marmer en toont het vroeg-18e eeuwsche lage type van nis met ijzeren vuurkorf. Karakteristiek is de Lodewijk XIV lijn "(bol-recht- 98

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 96