In het 2e kwart der eeuw verdwijnt de balusterpoot en de pompeuze voluutpoot wijzigt zich in den fijnen en veerkrachtigen vorm van knots- poot. Overhoeks ingeplant aan de onderzijde der zitregels, verloopt ze van zwaar naar licht volgens een vloeiende uitgerekte bocht, gelijk wij dit bij de tafelpoot zagen. Ook hier is ze aan de onderzijde ver zwaard, om in een uitgedijde zool of in een hertenhoefvormte eindigen. Een nieuwen vorm van poot- beëindiging ziet men in den klauw met balvoet, die in Engeland sinds 1710 als ,,claw- and ball-foot" voorkomt. Hij wordt bij ons eerst in het 2e kwart der eeuw algemeener, doch komt reeds vroeger voor, dan in Engeland. Vandaar dat de Engelschen terecht beweren, dat deze S-vormige poot met klauw- en balvoetbe- eindiging uit Holland afkomstig is. Als versiering ziet men op den schouder dezer pooten een palmet of acanthusblad motief gesneden. Tusschen deze pooten worden de sporten zoo goed als niet meer aangebracht en vervalt eveneens het kruis. Merk baar heeft op het knotspoot type de Chineesche stoel, dien men in onze koloniën zag, ingewerkt. Aanvankelijk zijn de achterpooten eenvoudiger be werkt, hetzij met gedraaide geledingen, hetzij vier kant, welke laatste vorm eveneens bij den Chinee- schen stoel gezien wordt. De zitting blijft in plan trapeziumvorm, maar de hoeken krijgen ronde overgangen. Eerst tegen het midden der eeuw wordt de buitenkant der zitregels in plan golvend ge- 83 Sahouderversie- ring van een knots- of knie- poot; le helft 18e eeuw.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 81