18e eeuw verdwijnt de geslingerde en de getorste poot, maar de balusterpoot handhaaft zich nog. Daarnaast ontwikkelt zich de pompeuze voluut- poot vooral bij pronkmeubels. Onderling blijven de vier pooten verbonden door een x- of gaffelvormig kruis. In het 2e kwart der eeuw worden deze poo ten knie- of knotsvormig, waarbij de poot in een langgerekte bocht van zwaar tot licht omlaag gaat. Zij eindigt in een wat breeder uitgedijde zool, die soms even omhoog krult en met een acanthus blad versierd is. Het kruis, dat de pooten onderling verbond, verdwijnt nu. Naar mate de tijd verder gaat, wordt de inplanting der poot in de tafel- regels vloeiender. Bovendien schulpt men deze aan de onderzijde golvend uit, zoodat die lijnen aan beide zijden geleidelijk in de knotspoot kunnen overgaan, wijl ze overhoeks is ingeplant. In som mige gevallen beschermt men de pooten aan de uiteinden en op die plaatsen waar tegen gestooten kan worden, door koperen of bronzen beslag. Het tafelblad, vroeger zwaar en ongeprofileerd, wordt thans dunner, krijgt een fijn profiel en soms een even golvende omtreklijn. Met dit algemeen tafeltype komen in groote trekken overeen de schrijftoilet- en speeltafelelk met trekladen; vervolgens de thee- en dientaf el, welke laatste vaak een los dienblad met lagen opstaanden rand heeft. Afzonderlijke vormen hebben enkele hier nader te noemen tafelsoorten. De consoletafel, reeds vóór 1700 toegepast, bevindt zich gewoonlijk in den dam tusschen de ramen. Haar blad, veelal van marmer, rust op een regel aan den wand en op een consolepoot. Deze laatste is soms samengesteld uit twee consoles in s-bocht- 80

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 78