Het ledikant (lit de camp of veldbed) is nu eens spijkervast, dan weer een los meubel. In beide ge vallen wordt het, evenals in de laat-Middeleeuwen, voor het grootste deel omhuld door gordijnen. Het houten onderstel heeft op de vierhoeken stijlen, al of niet als kolommen met snijwerk versierd. Deze dragen den hemel en worden bekroond door ge draaide knoppen, een bos kleurige pluimen of ge beeldhouwde vogels. Aan den hemel zijn de gor dijnen bevestigd, die het geheele bed omhullen en overdag niet meer weggeschoven of samengebonden worden, gelijk in de 16e eeuw. Mogelijk zijn daar voor de stoffen te zwaar en waar lichtere gebruikt worden, volgt men de eenmaal ontstane gewoonte. Vooral in de rijke woning ziet men een pronkbed met kostbare uitdossing van damast, laken, fluweel of zijden stoffen. Zoo spreekt de inventaris van het Utrechtsche poppenhuis van „armozijn", een Oos- tersche zijde, waarvan de naam mogelijk samen hangt met de havenstad Ormuz aan de Perzische golf. De hemel is bekleed met diezelfde materie en rondom met passementen afgezet, die in lambre- quin-vorm zijn uitgesneden. Behalve de recht hoekige hemel komt de ronde voor, die opgehangen wordt aan de zoldering. Het gordijn is dan boven samengebonden en omhult het bed als een kegel. Het beddegoed is hoog opgestapeld en afgedekt door een geborduurde sprei van sprekende kleuren, zoodat het houtwerk weinig in het zicht komt. Met dit al wordt de schrijnwerker verdrongen door den stoffeerder en passementwerker, en krijgt het bed iets geheimzinnigs in het vertrek. 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 33