als signatuur op de schildering voorkomt. Waar schijnlijk heeft de schilder in 1707 opdracht ge kregen tot het vervaardigen der behangsels, want dat was juist het eenige jaar waarin Buyskes, Mossel, Moeskoker en Duivensz, wier wapens erop voorkomen, samen burgemeesters waren, en is hij vóór de uitvoering van zijn teeke- ningen gestorven; misschien hebben leerlingen van De Hooghe naar zijn ontwerp de beschilde ring toen uitgevoerd. De historisch-allegorische wandschilderingen stellen voor: de „uytsteecken- de rang en macht van de borgermeesterlycke ampten"; tegenover den schoorsteen: „de hoog- achtbaerheyd en ontsachelijke grootheyd van het borgermeesterampt in den staat of te veld"; rechts van den schoorsteen: „het verkiezen der borgermeesteren in Roomen eevenals in Enkhuy- zen"; links van den schoorsteen: „het aanvaerden des borgermeestersampts door de nieuw verkoo- renen". Deze schilderingen spreken van het krachtig zelf bewustzijn van de burgemeesteren in den bloeitijd van de Republiek. Tegenover den trapopgang in de Witte Zaal hangt een door het Rijksmuseum in bruikleen afgestaan doek van Paulus Potter, die 20 November 1625 te Enkhuizen geboren is: de „Berenjacht" en ver der ziet men aan een der wanden een copie van het portret van Potter door B. van der Helst, dat in het Mauritshuis in 's Gravenhage te zien is. Uit de Witte Zaal, waarin we nog wijzen op zes lamp- 82

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 98