Slag op de Zuiderzee (1573) afbeeldt. Verder
een doek, waarop een burgemeestersgezin; aan
de kragen der kinderen kan men zien of men met
een jongen of een meisje te doen heeft. Aan de
overzijde van de Witte Zaal, tegenover Wees- en
Schepenkamer, liggen de vroegere kamer van de
Commissarissen van de Kleine Gerechtszaken,
thans Brandraadkamer, groen geschilderd met
goud afgezet, met een schoorsteenstuk van van
Neck, voorstellende een in een rooden mantel ge
hulde vrouwenfiguur, de „Gerechtigheid", die met
een andere vrouwenfiguur in witzijden gewaad,
de „Trouw", naast zich, een masker, symbool van
de „Leugen", vertreedt. Aan den wand een portret
van admiraal Volckert Schram door van Neck,
een allegorie op Koophandel en Zeevaart, betrek
king hebbende op het „paalkistrecht". Het recht
van de paalkiste was dat tot heffing van paal- of
bakengeld van alle schepen en goederen, die de
Zuiderzee binnenkwamen, zoowel kleine vracht
vaarders, als groote Oost-Indië- en walvischvaar-
ders; ook goederen, die aan de Waddeneilanden
aanspoelden, waren er aan onderworpen. Het
paalkistrecht, dat Amsterdam vroeger, sedert
1452, bezeten had, was in 1574 door den Prins
van Oranje aan Enkhuizen geschonken, als beloo
ning voor de houding der stad tegenover Alva's
dwingelandij.
Ten slotte vindt men aan de voorzijde van het
stadhuis de „Raadzaal".
Dit vertrek is met roode velours d'Utrecht behan-
79