kerhoek van de schilderij. De wanden der Wees kamer zijn bekleed met gobelins uit de XVIIIe eeuw, waarop landschappen, klassieke gebouwen en symbolische voorstellingen van de taak der Weesmeesteren; in deze wandtapijten zijn de wa pens der Weesmeesters uit 1710 geweven: Fre- derik de Wit, Reinier Puyt, Willem Poen Oude wagen en Lucas Westwoude. Rechts van de trap, aan de voorzijde van het Stad huis, ligt de Kamer van Schepenen (thans Trouw zaal), behangen met velours d'Utrecht. Ze heeft een geschilderd plafond, uitgevoerd door Theodo- rus (Dirck) Ferreris, in 1643 te Enkhuizen gebo ren, die ook een galerij op het huis Honselaarsdijk schilderde en in 1693, op weg van Amsterdam naar Enkhuizen gestorven is. „Hij had, zegt Hou- braken in zijn „Groote Schouburgh der Neder- landsche Konstschilders", lange jaren in Italië zig geoefent naar de geaghtste voorbeelden, en 't is aan zijn penceelwerk wel te zien, dat hij Roomsche (romeinsche) lucht ingeademt had Het plafond waarover we hier spreken, stelt den strijd tusschen Goed en Kwaad, Licht en Duister voor: donkere schaduwpartijen doen de met licht overgoten andere gedeelten scherp uitkomen. De vrouwenfiguur, die in een drakenstaart uitloopt, ziet den beschouwer, waar hij zich ook plaatst aan. Het schoorsteenstuk verbeeldt de Gerechtig heid; aan haar voeten ligt het Corpus Iuris Civi- lis. Aan den wand der Schepenkamer hangt nog een groot doek van Abraham de Verwer, dat den 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 92