gekomen, ofschoon Paludanus er wel zin in had.
Hij heeft nog 42 jaar te Enkhuizen geleefd. Hij
was gehuwd met Catalina, dochter van Jan Ro
berts, hopman van een vendel, dat van 1579 tot
1585 in Enkhuizen gelegen heeft.
Toen Jan Huygen van Linschoten, over wien we
nog zullen spreken, op 3 September 1792, na
13 jaar afwezigheid in zijn ouderlijk huis te Enk-,
huizen teruggekeerd was, is er spoedig tusschen
hem en Paludanus een diepe vriendschap ont
staan; „der dritte im Bunde" werd een ander
befaamd burger der stad, Lucas Janszoon Wage-
naer, over wien we het ook nog zullen hebben.
In 1597 maakte Paludanus met zijn vrouw een
reis naar Duitschland, maar hij was blij toen hij
weer thuis was: zoowel de vijanden, als een epi
demie, die in Hessen heerschte, bezorgden hem
benauwde oogenblikken.
Hoe grillig is de menschelijke waardeering: een
resolutie van de vroedschap van 1600 luidt: „Is
geresolveert dat men docter Paludanus sullen
presenteeren van nu voortaen tot gagie des jaers
hondert gulden en soo hij daervoor nyet en be
geert te dienen, dat men hem op zijn vrije voeten
sullen stellen". Maar nog in 1628 wordt hij als
„medicus ordinarius binnen der stede Enchuy-
sen" genoemd. Hij woonde in 1632 aan de zuid
zijde der Westerstraat, het achtste huis oostwaarts
van het Venedie.
3 April 1633 stierf Bernardus Paludanus te Enk
huizen, bijna 83 jaar oud; hij werd in de Zuider-
67