hij den doktershoed verworven had, wilde hij naar het vaderland terugkeeren, maar deze thuis reis duurde bijna anderhalf jaar; ze ging over Innsbriick, Augsburg, Neurenberg en Leipzig. Hij was eenige maanden lijfarts van de vorstelijke familie Von Schönburg. Toen ging het over Frankfort, Straatsburg, Stuttgart, Baden, Heidel- berg en Keulen naar patria. Te Keulen bereikte hem het droeve bericht, dat zijn ouders en zeven broeders aan de pest overleden waren; hij wilde nu zoo spoedig mogelijk naar het vaderland gaan, maar vijandige Spaansche troepen belemmerden zijn reis. In dezen tijd toonde Paludanus zich in zijn brieven zeer ontroerd door de rampen die zijn geboortestad en zijn familie en vriendenkring getroffen hadden. In het vaderland aangekomen, werd hij te Zwolle tot stadsdokter benoemd voor twee jaar op een wedde van 100 goudguldens. Einde 1585 nam hij ontslag en trok naar de an dere zijde der Zuiderzee, naar Enkhuizen. De vroedschap dezer stad benoemde hem voor één jaar tot dokter op een jaarwedde van 150 gul den, zonder huishuur; en later besloot men „dat men den doctor nog voor een jaer in dienst con- tinueeren sal op al sulcke wedde als hij nu heeft". Sindsdien is hij het ambt van stadsdokter daar blijven vervullen. Curatoren van de Leidsche Academie wilden hem „de opsicht of prefecture van de Cruythoff der medicijnen" opdragen op een salaris van 400 gulden; wegens moeilijkheden met Enkhuizens stadsbestuur is daar niets van 66

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 76