waarbij hij zijn vader, een rederijker, terzijde
stond, vervulde hij bij voorkeur de rol van koning
David, vandaar zijn naam: dacht hij toen mis
schien al aan een geestelijk koningschap? Toen
hij tegen misbruiken in de Kerk begon te ijveren,
werd hij voor drie jaren naar Friesland verban
nen. Meer en meer waande hij zich profeet, be
houder en zaligmaker. David Joris is .een der
velen, die, ongeschoold, door het lezen van den
Bijbel, die nu voor ieder toegankelijk was, tot de
zonderlingste tekstverklaringen werden verleid.
Het Hof van Holland, dat hem vervolgde, vaar
digde in begin 1539 plakkaten uit, die vermeld
den dat „soo wie Davidt Joris ende Meynert van
Embden, herdopers, logeren, sonder die aen te
brengen, levendich in haer deur gehangen sullen
worden ende die se anbrengen van elck genieten
sullen hondert gulden". Vijf jaar later was hij te
Bazel, waar hij, schijnbaar een eenvoudig emi
grant, weelderig leefde van de bedragen, die zijn
volgelingen, eenvoudige zielen, in ons land voor
hem bleven opbrengen; hij noemde zich daar Jan
van Brugge, en bewoonde er een kasteel. Hij was
een man van visioenen en droomen, van zwoele
en wulpsche droomen vaak. Menno Simonsz
noemt hem een „stinkende mensch", die zijdelings
de veelwijverij aanbeveelt; ook Dirck Volckertsz.
Coornhert heeft tegen hem geschreven. David
Joris overleed in 1556 en werd met groote plech
tigheid ter aarde besteld. Na zijn dood werd zijn
levensgeschiedenis opgehaald en een ketterproces
56