wijl op de overige de Evangelisten afgebeeld zijn.
Boven het klankbord ziet men een baldakijn. Te
gen het achterschot is Mozes uitgebeeld met de
tafelen der wet, tusschen twee hermen, die het
klankbord schijnen te ondersteunen. Boven de
paneelen van den stoel bevinden zich friezen,
waarvan de eerste, met het jaartal 1567, met
saters versierd, de derde, met het jaartal 1568,
de vierde met vruchtfestoenen getooid, door be
kwame hand gesneden zijn, maar vooral het vijf
de, op de deur, met het Enkhuizer wapen, prach
tig in Renaissance-stijl gebeeldhouwd is. De
rococo trap is uit het midden der XVIIIe eeuw;
op den stoel waarschuwt een zandlooper uit de
XVIÏe eeuw den prediker, dat de tijd vliegt. Het
eikenhouten doophek is van 1700 ongeveer.
De trots van de Westerkerk is echter het eiken
houten koorhek, dat voortreffelijk snijwerk uit de
XVIe eeuw vertoont. Het is door pilasters in zes
vakken verdeeld. Ieder vak bevat beneden een
paneel boven een tympaan, waarboven een fries.
Behalve het zuiderpaneel zijn pilasters, paneelen,
tympaans en friezen met meerendeels fraai snij
werk versierd. In de tympaans vindt men aan de
westzijde (die naar het orgel gekeerd is) de figu
ren van Mozes, Josua en de vier evangelisten.
Aan de oostzijde zijn in de tympaans, door kinder
figuurtjes vastgehouden, medaillons aangebracht,
benevens het wapen van Karei V, geflankeerd
door twee zuilen, waarom een lint geslingerd is
met Kareis devies: PLVS OVLTRE.
48