Het andere grafbord gedenkt Jacob Sieuwertsz. Blaeuhulk, die zich, omstreeks 1587, toen de graaf van Leycester met een leger uit Hoorn ver trokken was, om Enkhuizen te bezetten en in de Streek reeds tot een uur gaans van de stad in Grootebroek gekomen was, verdienstelijk maakte en die wel twintig maal het burgemeestersambt bekleedde. In fraaie hoofdletters leest men op deze rouwkas: 0 Mensche wilt u kruis doch seer gewilligh dragen. Ghy zyt beter niet dan Christus die is Gods Soon, Syn handen op die Aerdt syn aen het cruys geslagen En hy droech voor u schuit de scherpe doornecroon. Hoe is het hem vergaen, is hy in druck gebleven? Heeft hem die felle doot verslonden? geenssints niet. Den Doot met syne doot hy doode sonder sneven En sitt nu hier om hoogh daer het Geloof hem siet Roepend komt al te saem die seere zyt beladen Met uwer sonden last met cruys en lyden groot lek sal u (twijfelt niet) ontlasten en versaden Siet bly'en de wyn vloeyt uit myn wonden root. EPITAPHIUM Begraven leyt alhier Lyden most hij eertyds Alsooc ballingschap snoo En Godt keerde die cans Hij staet in twee Juleeren Veel drucx om twoort des Heeren Langhe jaren seer fel Claer is 't ghebleken wel Want quam't Enkhuisen weer Kloec hielp hi weder planten Gods rein' en ware leer in spyt der Paeusch Trawanten Na heeft hy dicwils g'weest Burg'meester weert geacht Sturf in April, liet na, vier beenders cruysen acht. De eerste regel van het Epitaphium beduidt ver- 26

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 26