liever deden dit ruiken de in haar uitmon
dende, doodloopende „spranken". Het is om
redenen van hygiënischen aard geweest, dat
het gemeentebestuur in de tweede helft der
19e eeuw dit geheele grachten- en spran
kencomplex heeft doen dempen. De over
blijfsels doen op vele plaatsen nog als brand
gangen dienst.
Zoo blijkt dan, dat voor een boekje over „De
Historische Schoonheid van Dordrecht" nog
genoeg stof voorhanden is. Dat er geene
stof te over is, moet helaas erkend worden.
Oude afbeeldingen in de historisch-topogra-
phische verzamelingen van het gemeente
archief laten ons voldoende zien-, hoeveel
schoons en merkwaardigs er ook reeds vóór
de 19e eeuw en enkele malen ook nog daar
na verloren is gegaan, hetzij door moedwil
of onverschilligheid, hetzij ten gevolge van
onnadenkendheid. Ik behoef slechts te her
inneren aan de te Dordrecht evenals elders
geheerscht hebbende manie om de, na de af
braak der oude vestingwerken „onnut" ge
worden stadspoorten te sloopen. Zoo zijn in
de Merwestad van de dertien stadspoorten
(vijf aan de landzijde en acht aan de water
zijde) niet minder dan elf afgebroken. Over
de beide gespaarde poorten zal ik in dit boek
je iets vertellen, terwijl ook de belangrijkste
afgebrokene ter sprake zullen komen.
11