gebouw voor de toekomst vast te leggen.
Deze beide mannen waren Johannes van
Lexmond 1769'— 1838en Johannes Rutten
1809-—1884). Het werk van deze beide,
buiten Dordrecht weinig bekend geworden
figuren vult elkaar chronologisch aan. Het
meeste werk van Van Lexmond valt tus-
schen de jaren 1800 en 1838, Rutten begon
omstreeks 1830 te werken.
Het werk van den laatste, door hem zelf ver
zameld in een topographischen atlas, welks
naam zijn werk meteen typeert, werd in 1879
aangekocht door den Dordtschen verzame
laar Mr. Simon van Gijn en kwam als onder
deel van diens verzameling „Dordracum
Illustratum" in 1916 aan het gemeente
archief. Het werk van Van Lexmond, groo-
tendeels eveneens in Dordracum Illustratum
opgenomen, kwam meer stuk voor stuk in
handen van Mr. van Gijn.
De teekeningen van Van Lexmond zijn uit
aesthetisch oogpunt veel aantrekkelijker dan
die van Rutten, maar de topographische
juistheid, waar het in verzamelingen als deze
vooral om te doen is, laat bij hem nogal eens
te wenschen over en wordt opgeofferd aan
het schilderachtige „geval". Een voorbeeld
daarvan is eene afbeelding van de Spuipoort
te Dordrecht, waar de ingang van een
Utrechtsch hofje doodleuk naar Dordrecht
101