herinnert, maar zij alle hebben toch kenmer
ken, die haar duidelijk van elkander onder
scheiden.
Zoo is het ook met Dordrecht. Geen Dordte-
naar en ook geen vreemdeling zal vinden,
dat eenige stad ter wereld op Dordrecht lijkt
of dat Dordrecht aan eenige stad ter wereld
doet denken. Evenals Amsterdam en Brug
ge heeft men Dordrecht wel eens het „Ve
netië van het Noorden" genoemd, maar deze
vergelijking gaat voor Dordrecht evenzoo
mank als voor Amsterdam en Brugge, al was
het alleen maar, omdat in geene dezer drie
Nederlandsche steden het water als ver
keersweg overheerscht, zooals dat in Venetië
het geval is. Dordrecht heeft trouwens dit
eigenaardige, dat het water in de stad bijna
in het geheel niet als verkeersweg dienst
doet, doordat het niet met andere binnen
wateren, doch alleen met de rivieren in ver
binding staat. Het verkeer naar, van en
langs de stad volgt de zich bij haar splitsen
de rivieren, de Merwede, de Noord, de
Oude Maas, het Mallegat (het noordelijk
ste deel der Dordtsche Kil) en het Wantij
of de Biesbosch. De havens (er zijn geene
grachten in Dordrecht) doen vrijwel alleen
dienst voor het lossen en laden van goederen
en berging van schepen. Voor wat haar oud
ste haven, de Voorstraatshaven, betreft, kan
9