jaren, althans gedeeltelijk, hersteld, maar
door den St. Elizabethsvloed van 18/19 No
vember 1421 opnieuw verwoest, in elk geval
onbewoonbaar geworden. De vooral in den
beginne steeds en niet alleen door den in
vloed der elementen (vooral ijsgang) in om
vang verminderende bouwval lag eenige
eeuwen rondom in het water en is eerst in
de 19e eeuw door de inpoldering van de tus-
schen de Merwede en het Wantij gelegen
platen op het vaste land komen te liggen.
Van eene dateering uit den Frankischen tijd
(waarbij het woord Merwede zelfs in ver
band werd gebracht met den legendarischen
koning Meroveus), ja uit den Romeinschen
tijd is dus niets overgebleven. Ook de datee
ring in het boekje „Oude Gebouwen te Dor
drecht" is onjuist. Toch zijn de gedane vond
sten uit cultuurhistorisch oogpunt van veel
belang, daar wij hier te maken hebben met
„gesloten" vondsten, d.w.z. vondsten van
voorwerpen, die tusschen bepaalde jaren en
in ieder geval vóór 1421 moeten zijn vervaar
digd of althans gebruikt. Voor sommige
voorwerpen, in later bijgebouwde deelen van
het kasteel gevonden, moet de „terminus a
quo" nog dichter bij 1421 gelegen zijn.
Een voorloopigen plattegrond der opgegra
ven grondslagen van het kasteel vindt men
in figuur 4.
60