Hier gelde Constantijn Huygens' woord: „Wie 't schricklickst er van swijght, heeft 'tallerbest geseyt". Zonder deze verfraaiing in neo-klassicistischen trant zou Dordrecht thans nog een stadhuis bezitten, dat eene vergelijking met andere oude stadhuizen uit de Middeleeuwen en uit later tijd glansrijk zou hebben doorstaan. Inwendig zijn nog enkele sporen van den vroegeren toestand aanwezig, n.1. op den zolder eenige oude cellen voor gevangenen: ook de kelders zijn nog oud. Uitwendig is alleen het grootste deel der bogen over de Voorstraatshaven nog van den oorspronke- lijken bouw afkomstig. Aan de zijde der Groenmarkt is naast den zijgevel een tot het stadhuiscomplex béhoorend 17e-eeuwsch pand. Hoewel dus niet middeleeuwsch, is het toch eenige eeuwen ouder dan de thans het stadhuis omringende „jas" van bijna eene eeuw oud. De vleugel, waarin thans het kan toor van den gemeente-ontvanger is geves tigd, is uit de 20e eeuw. Duidelijk laat-gothische woonhuizen zijn er te Dordrecht nog twee. Bij een aantal ande re, zooals dat aan de Grootekerksbuurt421) is het gothische karakter met eenigen goeden wil nog wel te herkennen, maar toch niet in voldoende mate om ze voor eene afzonder- 1O.G. no. 38. i 53

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 51