Al dadelijk is het eene open vraag, of onder
de in eene oorkonde van 1064 genoemde
„capella noviter constructa"(deof eenenieu-
welings gebouwde kapel) de latere Groote
Kerk of eenig ander Middeleeuwsch kerk
gebouw te Dordrecht, b.v. de Nieuwkerk,
moet worden verstaan. Verder achten som
migen een calendarium van een zekeren
Pieter Michielsz., die in de 13e eeuw kape
laan der kerk zou zijn geweest, betrouwbaar,
terwijl anderen, zooals Dr E. H. ter Kuile
in zijn artikel ,,Aanteekeningen betreffende
de bouwgeschiedenis der Groote Kerk te
Dordrecht'' in het Oudheidkundig Jaarboek
1933 het calendarium als waardeloos ver
werpen en de bouwgeschiedenis der kerk
vrijwel alleen uit het kerkgebouw zelf en de
bij de restauratie gedane vondsten willen
afleiden. Het bewuste calendarium is al
leen in afschrift bekend, welke copie boven
dien verdwenen is.
De tegenwoordige opvatting is, dat wij met
een in hoofdzaak uit de tweede helft der 15e
eeuw dateerend kerkgebouw te maken heb
ben. De bouwgeschiedenis is in tweeën te
verdeelen; de scheiding wordt gevormd
door het jaar 1457, het jaar van den groo-
ten stads- en kerkbrand. Niet alleen een
aanmerkelijk deel der stad, het geheele wes
telijke gedeelte, werd door dezen brand ver-
29