niet ontbroken, maar zij zijn nooit verder dan tot een allereerste begin van uitvoering ge komen, zoodat de stad tot de 19e eeuw aan de landzijde binnen hare middeleeuwsche ommuring is blijven liggen. Uitbreidingen van de bebouwde oppervlakte hadden nog wel plaats, maar zij geschiedden, behalve door het langzamerhand volbouwen van de nog onbebouwde terreinen binnen de stad, door aanwinning van land aan de rivierzijde, telkens gepaard gaande met het graven van nieuwe havens. Alle ten westen van de Voorstraatshaven gelegen havens zijn in de, langs de oude begrenzing der stad in de rivier opgekomen, platen gegraven, waarbij de uitgegraven grond voor ophoo ging van het aan de buitenzijde dier havens gelegen terrein werd gebruikt. Op die ma nier is eerst gegraven de Nieuwe Haven, reeds in 1409. Twee eeuwen later, in 1607, volgde de Wolwevershaven, vooral gegra ven om de verondieping der Nieuwe Haven tegen te gaan. Daarna volgden, respectie velijk kort vóór en kort na het midden der 17e eeuw, het Maartensgat en de Kalkha- ven. Alle deze havens hebben een tijdlang met elkander in verbinding gestaan, zoodat men van den mond der Wolwevershaven tot aan de monding der Kalkhaven vrijwel „bin nendoor" kon varen: later zijn twee dier ver- 20

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 18