van behoort in dit werkje niet thuis. Genoeg
zij te weten, dat omstreeks 1660 het Eiland
van Dordrecht gevormd was, zooals dit in
hoofdzaak zou blijven tot de eerstvolgende
groote inpoldering, die van een deel van het
Zuidhollandsche gedeelte van den Bies-
bosch in 1926/1928.
De ontwikkeling van de stad in engeren zin
is vrij spoedig verteld. Evenals Dordrecht
aan weerszijden van de Oude- of Voor
straatshaven is ontstaan, heeft het zich ook
naar weerszijden, naar de land- en naar de
rivierzijde uitgebreid. Aan de landzijde is
eene smalle strook tusschen de, tot ver in de
19e eeuw als stadsbinnengracht voortbestaan
hebbende, stadsbuitengracht en de in 1271
gegraven Spuihaven nog in de 13e eeuw
aangewonnen. Het heeft echter tot in het
begin der 17e eeuw geduurd eer dit terrein
was volgebouwd. Het noordwestelijke deel
der stad, dat oorspronkelijk tot de heerlijk
heid de Merwede behoorde, is in het begin
der 14e eeuw geheel binnen de stad getrok
ken. Eene derde uitbreiding aan de landzijde
had eerst plaats kort nadat de stad in 1572
de zijde van den opstand tegen Spanje ge
kozen had. De Spuihaven volgde eerst den
loop der tegenwoordige Suikerstraat en
mondde in de als Bomhaven bekend staande
inham der rivier uit, maar in 1574 werd hare
18