ment, voor een, naar ik hoop, meer „bij"
boekje over de historische schoonheid van
Hollands oudste stad. Dat er sedert het ver
schijnen van het boekje „Oude Gebouwen te
Dordrecht" nog zoovele uit oudheidkundig
oogpunt belangrijke gebouwen te Dordrecht
zijn verdwenen, zij hier alleen medegedeeld
om daartegenover als verheugend „novum"
te kunnen stellen, dat sedert eenige jaren
eene gemeentelijke monumentenverordening
met bijbehoorende monumentenlijst verdere
ontluistering der stad wel niet geheel heeft
weten te voorkomen, maar toch binnen ze
kere perken te houden. Bovendien is er
in de laatste veertig jaren niet alleen maar
afgebroken en verknoeid, maar ook geres
taureerd, al zijn deze restauraties niet groot
in aantal. De een paar jaren geleden vol
tooide restauratie der Onze-Lieve-Vrouwe-
of Groote Kerk, aan het initiatief van Mr
Overvoorde te danken, zij hier afzonderlijk
vermeld.
13