zoovele andere punten der stad, de iepen
ziekte veel van de stemming, die van de kerk
met hare omgeving vroeger uitging, doen
verdwijnen. Anderzijds moet erkend wor
den, dat de kerk doordat zij ten gevolge
daarvan aan een vrij ruim en grootendeels
onbegroeid plein is komen te liggen, beter
tot haar recht komt dan voorheen. Vroeger
werd door de boomen haar verval aan het
oog onttrokken, nu zij gerestaureerd is, is
zulk eene beplanting minder noodig, ja zou
aan hare schoonheid afbreuk doen.
Enkele in Baedeker ongetwijfeld met drie
sterretjes gemerkte punten zijn het gezicht
op het koor met kapellenkrans der Groote
Kerk uit de Grootekerksbuurt en dat op het
koor en het zuidelijk transept van de Pelser-
brug. Van deze brug heeft men ook in de
andere richting een fraai gezicht over de
Voorstraatshaven. Het Maartensgat en zijne
omgeving zijn, van welken kant ook bezien,
altijd weer mooi: hier lette men op het even
over de Mazelaarsbrug gelegen Zakkendra
gershuisje, nog altijd in gebruik bij het tot
uitsterven gedoemde gilde der zakkendra
gers en de daarvoor staande eeuwenoude
linde.
En zoo zijn wij als vanzelf gekomen op wat
nog altijd de voornaamste schoonheid van
Dordrecht uitmaakt, die zijner havens.
115