HOOFDSTUK XV
HET STADSGEZICHT
Eene zekere charme is aan het Dordrecht-
sche stadsbeeld op verschillende plaatsen
niet te ontzeggen. Eertijds moet die schoon
heid grooter zijn geweest dan thans. Onze
voorouders echter hebben waarschijnlijk in
het toen nog geheel of grootendeels onge
schonden stadsgezicht niets bijzonders ge
zien.
Er zijn straten, waar weinig of niets aan
trekkelijks meer valt te ontdekken, andere
zijn nog vrij behoorlijk, op enkele punten
overheerscht het verleden nog zoodanig, dat
inderdaad van schoonheid gesproken kan
worden. Hier en daar doet zich het ver
schijnsel voor, dat ook het stadsgezicht van
Utrecht zoo aantrekkelijk maakt, n.1. dat het
verloop eener straat in verband met de
straatbreedte en de gemiddelde hoogte der
huizen een aangenamen en harmonischen in
druk maakt, hoewel vele, ja vrijwel alle hui
zen langs zulk eene straat verre van fraai, ja
leelijk zijn.
Als voorbeelden van werkelijk foeileelijke
straten in de oude stad kunnen genoemd
worden de Vischstraat en het Bagijnhof,
112