Ten slotte wil ik aan het einde dezer inlei
ding gaarne rekenschap afleggen van de door
mij gevolgde methode. Zoo gelukkig als de
heer A. A. Kok is geweest in zijn in de Heem
schutserie reeds verschenen boekje over „De
Historische Schoonheid van Amsterdam",
om een aantal bekende stadsplattegronden
als het ware als gidsen te kunnen doen die
nen, ben ik niet geweest wegens het gemis
van een behoorlijk aantal goede plattegron
den van Dordrecht. Toch heb ook ik mij een
tweetal gidsen kunnen verschaffen in den N
vorm van twee boekjes, het eene bijna eene
halve eeuw oud, het andere pas verschenen,
zonder dat ik mij tot navolging van die beide
heb bepaald. Ik bedoel eenerzijds het in
1942 in de Heemschutserie verschenen
deeltje over „De Historische Schoonheid van
Haarlem" door Mevr. J. Sterck-Proot, an
derzijds een in 1900 uitgekomen boekje, ge
titeld „Oude Gebouwen te Dordrecht". Dit
laatste boekje is op initiatief van den toen-
maligên gemeente-archivaris, Mr J. C.
Overvoorde, samengesteld en werd uitge
geven door eene commissie uit de „Veree-
niging tot instandhouding van Oude Gebou
wen" te Dordrecht. Het is thans, helaas
meer in feite dan wetenschappelijk, verou
derd, maar levert toch, samen met het boven
genoemde boekje over Haarlem, een funda-
12