Eene andere inscriptie in de Groote Kerk,
nabij den noordoostelijken pijler der viering
herinnert aan den hongersnood van 1557.
Het is een z.g. tijdvers. Als men de hier groot
in het origineel met roode verfgeschreven
letters bij elkaar telt, verkrijgt men het jaar
tal. Het vers luidt:
Aan den zoo juist genoemden pijler der vie
ring is ook eene koperen plaat, die de her
innering levendig houdt aan het feit, dat een
door een zekeren Claes Scoutet aan de
Groote Kerk geschonken stukje hout van
het Heilige Hout na den grooten stads- en
kerkbrand van 1457 onverteerd zou zijn te
ruggevonden. De tekst luidt:
107
„In IVnlo Waeren Wil In drVCk ende In noodt,
„Want Voor een aChtendeeL terVV Worde ghegheVen
„TsestICh stWers, drlle groot gaf Men een pont broot.
„Van honger soe sllnder VeeL doot ghebLeVen".
I+I+V+I+V+V+V+V+II+I+V+C+I 137
„DUSENT VIERHONDERT ZEVENENVIIFTICH
MEDE
„SOE SCREEFMEN, ALS TE DORDRECHT IN STEDE
„VERBERNDE MENICH HUYS INT OPENBARE.
„CORTS NAE MIDDER NACHT WORDMENS
V+V-l-V+C+L+V+V+V+V+V
I+C+V+V+II+M
V+II+V+L+L+V
190
1113
117
1557
GHEWARE