zig is, maar niet meer op zijne oude plaats.
Met de nog aanwezige houdt dit hoofdstuk
zich meer speciaal bezig: zij bezitten veelal
nauwelijks kunsthistorische waarde, maar
verhoogen toch, als men er op let en ze weet
te vinden, het aantrekkelijke van eene wan
deling door de oude stad: sommige zijn ge
dateerd, de meeste niet.
Een gevelsteen met aardigen tekst zit thans
hoog, maar niet droog, ingemetseld in den
top van den achtergevel van een kerkgebouw
der Oud-Gereformeerde Gemeente aan de
Museumstraat en is te zien uit de daarachter
loopende straat, den Augustijnenkamp1)De
tekst, welker aardigheid zit in de twee ook
nu nog bekende beteekenissen van „rapen"
(werkwoord en meervoud van „raap"luidt:
Het jaartal 1597 zouden wij even goed door
elk ander, tot 1943, kunnen vervangen! Zie
het vignet op blz. 111.
Een der twee gevelsteenen met historischen
inhoud, afkomstig van de in 1870 gesloopte
Spuipoort is ingemetseld in den gevel van de
aan de overzijde der Spuihaven gelegen
school. De tekst luidt:
O.G. no. 35.
105
„RAPEN, SEGH ICK, IS SO
„GOEDEN CRUYT, AL DIE
„WERELT IS OM RAPEN WT.
„NOEIT ALS NU. ANNO 1597".