welijke trots geculmineerd moet hebbenwant ook hier „hoe duurder, hoe mooier". Als pronk werden zakdoeken gedragen van Oost Indi sche sits. Bij het H. Avondmaal legden de vrouwen een fijn wit linnen doek met „akertjes" aan de hoeken op de schoot, waarop het brood tot aan de nuttiging lag. De pronkzakdoek werd tusschen de schorteldoek ge stoken; ook daarvan was het aantal in Hindeloopen legio. Grof geld werd bij den aankoop hiervan besteed. 60 voor een scorteldoek of zakdoek was geen uitzon dering zelfs bestonden er unica op dit gebied, waarop bij sterfgevallen al gespeculeerd werd en pp boelgoeden hoog geboden. Zeer te pas dichtte men in dien tijd: „Het wit katoen, wel voorbereid Wordt door den hamerslag bereid Met bloemen, ruiten of met banden Waarvan de meisjes watertanden." Ter completeering van het toilet hingen de dames dan nog aan de rechterzijde een zilveren of gouden beugel- taschter linkerzijde bovendien een zilveren haak met ketting, waaraan bij ongehuwden schaar, doosje, spel- dekussen en bijouterieën, hetgeen bij de getrouwde vrouw plaats maakte voor een sleutelbos. Het schoeisel van de vrouwen bestond uit muilen met lange hooge hakken, welk van verre reeds een „mouve ment symphonique" te weeg brachten, wijl de smal naar achter toeloopende modellen slecht om de voeten sloten, waardoor het loopen op deze tijke muilen een kunst op zichzelf beteekende. Alleen bij het schaatsen rijden placht men schoenen te dragen. De kousen waren karmozijn rood of zwart. Typisch is verder nog de kleeding van de kinderen. Het kleine meisje op de schilderij heeft de „klappe" op het hoofdje, een roodzijden mutsje met een strook zwarte zijde afgebiesd en van boven versierd met een rij zwarte 68

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 86