overtuigend hebben bijgedragen als de Gereformeer
den? Zou het ook persoonlijke invloed kunnen zijn van
den in kleinen kring zoo gevierden Ds. Goltzius, „Hin-
lopens hemeltolck"? Wellicht wordt de tegenwerping
gemaakt, dat deze Gereformeerde leeraar moeilijk
invloed op de talrijke Doopsgezinden gehad kan heb
ben, doch men bedenke, dat de samenwerking der ver
schillende gezindten hier als op andere havenplaatsen
steeds veel grooter geweest is dan elders. Zoo dient er
nog menig punt te worden opgehelderd, want dit meu
bilair in sprekende kleuren wordt zwijgzaam, waar het
gaat over de voorstellingen en motieven.
Stellen keeften en kasten van het oude Hindeloopen
haar probleem, niet minder is dit het geval met den
inhoud van de kleerkasten der Hindelooper vrouwen.
Alleen de beschrijving reeds is een zware taak, maar
wil men er toe overgaan de manipulaties weer te geven
bij het opmaken van het kapsel dan zal een verge
lijking met de moderne permanent wave wat ingewik
keldheid betreft zich vanzelf opdringen.
Alvorens het jonge meisje (vgl. hierbij Afb. 5) op haar
trouwdag ter kerke ging, had haar costuum en kapsel
de noodige veranderingen te ondergaan, welke haar
voortaan als gehuwde vrouw zou doen kennen. Reeds
eenige dagen voor den trouwdag, die in Hindeloopen
gewoonlijk op een Zondag viel, kwam iederen morgen
een vrouw bij de bruid om het haar op zonderlinge
wijze te kappen en tenslotte de bruidssluier op te zetten.
Deze breedgezoomde vierkante sluier (wiitsnoer) is van
fijn kamerdoek, waaraan op iederen hoek een „aker
tje" of kwastje van gevlochten garen. Dit kapsel vormt
den overgang tot de voorvlechter (foarflechter), die
Dinsdags na het trouwen werd opgezet.
De voorvlechter op de afbeelding het duidelijkst te
zien bij de oude op een stok leunende vrouw is een
aan de bovenzijde tonvormig model uit vierdubbel
62