wanneer men acht slaat op de „Sardammer"-bedde-
banken, op de „Dantziger'' scheepskisten (Afb. 10) en
op het niet-inheemsche beeldsnijwerk van de Gerech
tigheid, waarover wij boven spraken
wanneer men nergens buiten Hindeloopen zoo
regelmatig en vasthoudend het gebruik ziet van bloem-,
rank- en vogelmotief zooals dit ook in Noorwegen voor
komt
wanneer men tenslotte overtuigd is van het over
wicht in den houthandel op dit land van deze schip
pers
dan kan men moeilijk anders aannemen, dan dat zij
in Noorwegen de algemeen verbreide polychromie
leerden kennen en deze na assimilatie tot hun eigen
dom hebben gemaakt zonder dat er van autochtone
kunst sprake is.
Een invloed in omgekeerde richting aan te nemen lijkt
mij geheel ondenkbaar. Waarom zou er van Hinde
loopen dan geen invloed in verren omtrek in Friesland
zelf zijn uitgegaan? De sporen van invloed in Molk-
werum en Warns, welke er ontegenzeggelijk zijn,
kunnen van Hindeloopen komen, maar zijn veeleer te
beschouwen als van Noorsche afkomst, waar ook andere
Zuidwesthoekers zij het in veel mindere mate
wel handelden. Om tot een spontane gelijktijdige
onafhankelijke ontwikkeling te besluiten, zou men min
stens ter adstructie parallele gevallen moeten bijbren
gen, daar anders iedere wetmatigheid ontbreekt. Dit te
meer, wijl er niet alleen sprake is van soortgelijk werk,
maar de overeenkomsten meer dan treffend genoemd
kunnen worden. Ter vergelijking bezie men eens een
waterschep of korenschepel van houtwerk uit Noor
wegen (Fig. n) met een soortgelijke uit Hindeloopen
(Fig. 10) waar in vorm en motief de gelijkenis is,
zonder dat men in copiëeren verviel.
Ook zeer opmerkelijk zijn de religieuze voorstellingen
op de Hindelooper volkskunstvoortbrengselen. Zeer
60