leveranties gedaan. Is hij wellicht ook de maker van
de koperen kronen, welke in 1668 werden aangebracht
en die thans nog in de kerk te zien zijn? Op een der
kronen zijn drie schildjes aangebracht, waarop de
namen der schenkers en een Hindelooper fluitschip
in kleuren. Ook de kap van den preekstoel moet wel een
kunstwerk geweest zijn, gezien de som van 140
welke aan den maker, Aale Sïjtjes, werd uitbetaald.
Jammer genoeg heeft heden ten dage het Hindelooper
kerkinterieur ons weinig schoons meer te bieden. In-
en uitwendig heeft de kerk veel van haar oorspron
kelijke schoonheid ingeboet. Overal zijn moderne,
weinig tot de schoonheid bijdragende ramen gemaakt.
De toren is steeds een zorgenkind geweest. In het begin
der 18e eeuw werd hij door den bliksem getroffen en
de zwierige bovenbouw viel als slachtoffer. Klaes
Pieters werd opgedragen om modellen en bestek voor
een toren te maken in het jaar 1714, waarvoor hij 13
ontving. 1724 werd weer 196 neergeteld voor het
maken van den toren, terwijl men in 1733 een be
lasting ging heffen op wijn en bier, „torengeld"
genaamd, tot opbouw van den toren.
Na dit wat al te lange kerkbezoek moet nog even het
(voormalige) raadhuis worden bezien. Het gebouw,
dat thans als museum is ingericht, werd door latere
veranderingen gruwelijk geschonden: de afbeelding
(3) toont den zijkant met opgang, waaraan weinig
schoons meer te bewonderen valt. Hoe wel ge
proportioneerd het vroeger geweest moet zijn, laten
oudere afbeeldingen, waarop de gebruikelijke rond
boogvensters voorkomen, nog zien. Trouwens de op
het stuk van bouwkunst wel iets gewende magistraat
spreekt in bewoordingen over het nieuw ontworpen
raadhuis, welke geen twijfel behoeven over te laten.
Het schoonheidminnende stadsbestuur deed niet onder
voor die van een moderne stad met haar schoonheids-
43
