gedeponeerd had. Aan den Nieuwendijk stond een huis
„Hindeloopen", dat op 10 Mei 1654 10.600 van de
hand ging, terwijl in 1630 het overlijden van iemand
te Amsterdam wordt aangeteekend „in 't gekroont
Hinloopen".
Ook in de middeleeuwen klopte dus reeds het hart van
Hindeloopen in Amsterdam. Maar toen de wissel
valligheid van het lot de Hanse sterk deed achteruit
gaan, kwamen Holland en Zeeland steeds meer naar
voren. Stavoren staat als handelsstad van den eersten
rang ten doode opgeschreven. Voor Hindeloopen
beteekenen de komende twee eeuwen dan een periode
van ongekenden bloei, welke in het geheele stadsleven
tot uiting komt, met een pronk van cultuur, welke
thans nog de charme vormt van verschillende binnen-
en buitenlandsche musea en den naam der stad voor
goed vastlegde. Er is een hechte band op handelsgebied
tusschen de stad aan het IJ en het Friesche Venetië.
Het was niet de ondergang van Stavoren, welke den
handel van Hindeloopen naar Amsterdam verlegde,
niet een vastgeloopen activiteit, welke snel elders
debiet zoekt en vindt, zoodat de omwenteling van de
16e eeuw ook voor Hindeloopen de gouden eeuw
inluidt.
Hoe betrekkelijk snel de ontwikkeling van het stedeke
heeft plaats gegrepen, blijkt, wanneer men in het begin
der 17e eeuw door Ubbo Emmius Hindeloopen af
geschilderd ziet als een plaatsje met een „obscure"
haven en bijna geen fortuin, zich bezighoudend met
wat visscherij, boerenbedrijf, maar toch met een vrij
levendigen handel, terwijl spoedig daarna een ver
klaring van den sluismeester van Hindeloopen in 1642
in een proces over de drooglegging van het nabij-
liggende Haanmeer een geheel ander geluid doet
hooren.
Deze verklaring is een „cri de coeur" van een trouwen
20