naam „hintlope", waarmee soms ook de zonnebloem
werd aangeduid. Veel tijd voor rustige bespiegelingen
in bloemenstijl werd Hindeloopen in die dagen niet
gelatende bloesem viel, de vrucht had zich gezet.
Voor den magistraat van een opkomend zeevaarders
centrum bood blijkbaar de etymologie van de hinde tot
lenigen sprong bereid de meeste bekoring. Zoo ver
toont het zegel aan het stuk, waarmee in 1355 het
bestuur van het „kerspel" Hindeloopen zich tot
Lübeck richt, een zeer primitieve voorstelling van een
hinde. (Fig. 1). Of deze zegelafdruk met een veel
ouder stempel werd gemaakt is moeilijk uit 'te maken,
maar hij staat wel in scherpe tegenstelling tot andere
fijngesneden stempels, welke het 14e eeuwsche Fries
land opleverde. Zeker is, dat het nog jarenlang in
gebruik bleef, daar hetzelfde zegel nog bevestigd werd
aan een stuk uit het jaar 1555 op het Algemeen
Rijksarchief te 's Gravenhage.
De bloei van het naburige handeldrijvende Stavoren
moet stimuleerend op de omgeving gewerkt hebben.
Deze stad had, gezien de muntvondsten in het buiten
land, gedurende het eerste millennium zeer uitgebreide
handelsrelaties naar Noord en Zuid. Op economisch
en cultureel gebied de Odulphusabdij was een in
vloedrijke factor in dien tijd, welke men gevoegelijk
het „Egmond" van Friesland zou kunnen noemen
beteekende de naam Stavoren een hoogtepunt. In
deze omgeving vinden wij op het einde der 8ste eeuw
het dorp of vlek Hintinloufa vermeld onder de Frie-
sche goederen, welke aan de abdij van Fulda toe
behoorden. Engelmar en Goltgart zijn vrouw dragen
aan dit klooster dertig koegrazen land met zestien erop
wonende hoorigen over.
Hoe precies de ontwikkeling uit een eenvoudige neder
zetting tot stadje aan zee verloopen is, valt met geen
mogelijkheid te zeggen. Vele malen immers was het
aan brand en plundering onderhevigde litteekens van
het stadje zijn vele, Een greep in de eigen archieven
10