de hoogtepunten door den rijkdom van bloem- en dier-
motieven in deze „bonte waereld".
In de laatste kamer verdient naast de bakkersbaar ook
het portret van Peter Wybes eenige aandacht en dit
niet zoozeer om de persoon van de geportretteerde als
om het verhaal, dat over zijn illustren grootvader gaat.
Deze zou dan als eerste schipper met zijn Hindelooper
fluit de Newa zijn opgevaren in 1703 toen Czaar Peter
de Groote na zijn Hollandsche reis met den bouw van
de stad Petersburg was begonnen. Groote voordeelen
en persoonlijke vriendschap met den Czaar en diens
echtgenoote zouden hiervan het gevolg geweest zijn.
De Czaar zelf immers zou hem veilig de haven binnen
geloodst hebben. Het schip zou zijn uitgerust voor de
toekomst met het privilegie van tolvrijheid en recht
van voorrang in de haven. Het droeg voortaan den
naam St. Petersburg en de zoon van Auke Wybes
noemde zijn eerstgeboren zoon naar Czaar Peter dus
Peter Wybes. Deze heeft het schip toen hij zich wel
gesteld genoeg voelde doen sloopen, om anderen niet
van de privilegies aan het schip verbonden te doen
profiteeren. Aldus het verhaal of de legende, maar de
archiefstukken doen ons de genoemde personen niet
kennen. De Zaai sche archieven kunnen het verhaal
misschien waar maken, daar de kooplieden Calf als
reeders van het schip genoemd worden. De relaties
met Rusland staan in ieder geval vast.
Met dit verhaal in het hoofd op het bordes het stadje
nog eens overziende, vraagt men zich afis heel dit
stadje niet legende? Speelde het inderdaad eenmaal
zoo'n belangrijke rol? Was hier inderdaad zoo'n rijk
dom aan verbeelding, goede smaak en vakmanschap?
Wandel dan nog eens langs straatjes en grachtjesde
Buren en Tuinen, loop nog dat huis binnen op de
Nieuwestad (A 109), waar onder vijf lagen behang
papier een jachttafereel is afgebeeld, waar dik onder
IOI