schoone bouworde achteloos over het hoofd gezien.
Natuurlijk is er van Hindeloopen geen „grachtenboek"
te maken als van Amsterdam, waar de schoone gevels
aaneengerijd liggen als parels aan een snoer, maar een
zijgevel als van de boerderij aan den dijk (Fig. 12) zal
niet nalaten indruk te maken op wie niet ongevoelig is
voor harmonische bouwvormen. De boerderij G. 103
is een van de eerste huizen, welke men Hindeloopen
inkomend passeert. De zijgevel komt het meest tot zijn
recht gezien van de Nieuwestad. Het is een dijkhuis
met eigen karakter. Schuin tegenover het oude raad
huis (thans museum) is nog een exemplaar te vinden.
Een van de meest opvallende zaken is de Hindelooper
deurbekroning in den zijgevel- Voorzoover bekend,
komt dit ornament buiten het stadje nergens voor. In
het stadje vindt men er verschillende, waarbij een
geslaagd specimen aan de scheepswerf. De deur bestaat
meestal uit een boven- en onderdeur, waarop verticale
canneluren zijn getrokken; de bovendorpel, waar het
op aan komt, vertoont een sierlijk gezwaaiden boog
vorm, welke in het midden in een spits toeloopt. In de
zakken, ontstaan door het zwikken van den boog, zijn
roosjes aangebracht, terwijl in de uitgespaarde ruimte
het jaartal 1707 en boven den balk de initialen, ver
moedelijk van den eersten bewoner, H - H zijn ge
sneden. Opmerkelijk aan dezen gevel is verder het
ovale venster boven het middenraam rechts van de
deur. In den Hindelooper gevel word dit ovale venster
steeds boven den deuringang gevonden. De eenvoudige
ijzeren ankers, over den gevel verspreid, geven het ge
heel een levendiger indruk, waartoe ook de luiken voor
de vensters bijdragen. Het getraliede venster links van
de deur blijkt, als men de boerderij is binnengegaan,
vroeger de zoogenaamde „molkekelder" geweest te zijn.
De kelder was tot dit doel gunstig gelegendonker en
koel. Langs de wanden hebben ongetwijfeld vroeger
9i