magistraatsleden) moesten onder bedreiging met boete de gildebroeders en zusters aanwezig zijn. Het prae- sidium werd waargenomen door den burgemeester, terwijl de secretaris mede present was. Minder aan lokkelijk voor feestvierend Hindeloopen moet art. 9 van den brief geklonken hebben. dat di bieenkomste in alle geschiktheyt ende eerbaarheyt sal worden geholden met uitdrukkinge van onderlinge vriendschap sonder dat daar gebruikt sal mogen worden eenigh snaarenspel, trommen ofte dan sen, ofte uitlaatinghe van wulpsheid." Het schijnt, dat art. 9 nog al eens ontdoken werd, want later moesten uit dien hoofde de gildesusters (cherchez la femme!) uit de bijeenkomst geweerd worden. Voor het afleggen van de gildeproef werd het volgende vereischtdat die de preuve doet sal bi 't uithalen van 't klein brood aande praesiderende burgemeester als Olderman g'associeert met de secretaris nevens een romer wijn opdissen warm wittebrood. Ende bi 't uit halen van de preuven vant roggenbrood een hamme met sijn toebehooren. Ende daerenboven den Burge meester ende secretaris salarissen volgens d'ordon- nantie." Wanneer een gildebroeder of zuster „geraakt te over lijden", dan moesten alle gildeleden of minstens de gildemeesters hem of haar naar diens laatste rustplaats geleiden. Dan rustte hij op de fraaie bakkersbaar van het gilde (Afb. 12), waarop van onder in het medaillon een bakker voor zijn oven staat geschilderd; aan de langszijde tusschen verschillende brood- en beschuit soorten zijn twee banden aangebracht, waarop te lezen is: D'backers-baer, Proeft, eedt Anno 1666 en op de omlijsting het vers „Als Adam door den fal voor Godt stondt naekt en bloodt Sin hij en wij te saem gewesen tot der doot 82

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 102