pot onbezorgd kunnen oprakelen en de haard rood gloeiend stoken, al blaast de oostenwind ook nog zoo hard in den schoorsteen. Als dan ook na een paar weken de regen neerdrupt en diepe putjes boort in de dikke laag sneeuw ademt iedereen ruimer totdat opnieuw de vorst invalt, die de kolen verslindt. Dan wordt er gevraagd naar hout, naar turf, naar alles wat een enkele kamer kan verwarmen en onze boomen worden gekapt en omgehakt om de menschen te dienen. Wij zijn teruggekeerd tot de gewoonten van onze voor vaderen en aangewezen op hetgeen de natuur aan brandstoffen oplevert. Zoo kapt en koopt iedereen hout en in schuren, ook wel open en bloot in den tuin, ligt het op hooge stapels. Het zijn gladde, schilferige, bruine, gele of grauwe blokken en stukken en iedereen, die op bezoek gaat of op bezoek komt, praat over beuken- en eikenhout, over de waarde van dennenblokken en bij het naar binnen schuiven in de felbrandende kachel of haard, die op den duur wel heel vuil zal worden, vraagt menige wandelaar zich af of dit stamstuk het vorig jaar nog deel uitmaakte van een els langs den waterkant, een beuk uit het dichte bosch, een berk uit de duinen, een vliegden van de hei. Het moet zelfs den stads- mensch, die nu niet zoo heel veel naar buiten trekt in den winter, opvallen dat er tusschen stam en stam, blok en blok nog al wat verschil bestaat, een verschil, dat zich zoowel binnen als buiten de kachel openbaart. Het eene stuk is spoedig verdwenen, het andere duurt lang en vormt prachtige houtskool. Soms hangt er een pit tige geur in de kamer, die ons midden in den winter opeens aan kleine gehuchten in Gelderland en Over- ijsel doet denken en soms spatten de vonken ons bij het opengaan van de haardklep om de ooren. Er zit muziek in den houtstapel en in onze kachel blijkt dat boomen, evenals menschen, individuen zijn met volkomen van elkaar verschillende eigenschappen. Menigeen kan waarschijnlijk een beuk van een iep 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 9