vliegenzwam met den berk, terwijl de Larix op den voet wordt gevolgd door Boletus elegans. Van para sitisme kan hier geen sprake zijn, want de boomen, die de paddestoelen omringen zijn alle kerngezond. Boom begeleiders of boomtrawanten noemt men de zwam men, die zich steeds houden aan éénzelfde boomsoort. Deze trouwe vriendschap is een verschijnsel, dat reeds vroeg door de mycologen werd opgemerkt. Men heeft wel gedacht, dat boom en paddestoel misschien gelijke eischen stelden aan hun omgeving of dat de padde stoel, die speciaal onder berken groeit, daar voorkomt omdat hij alleen kan gedijen op een humussoort, die door de berken wordt geleverd. Als men dan echter een boleet of vliegenzwam tusschen eikebladeren vindt maar op geringen afstand toch den onaf scheidelij ken berk aantreft, blijkt ook deze veronderstelling niet juist te kunnen zijn. Dat het verband tusschen boom en paddestoel heel nauw is, bewijst Boletus elegans, die vroeger in Scandinavië niet voorkwam, maar er met de Larix zijn intrede heeft gedaan. Door onderzoekingen der laatste jaren weten wij nu, dat de oorzaak elders ligt. In de meeste gevallen staan de trawanten, evenals de parasieten in directe verbin ding met den boom, echter op geheel andere wijze. Het mycelium dat zich uitbreidt onder den grond, komt met allerlei fijne worteluiteinden in aanraking. Met de wortels van de speciale uitverkoren boomsoort ver- eenigt het zich, zoodat een innige verbinding ontstaat. Reeds in 1885 heeft Frank ontdekt, dat de jonge boom wortel „noch zwam, noch wortel is", maar een ver- eeniging van beide, die hij met den naam „mycorhiza", aanduidde. De geïnfecteerde worteltjes blijven in den regel kort, verdikken zich en vertakken zich op de manier van een koraal. Aan de buitenzijde zijn ze door een schors van schimmeldraden bedekt, die ook vaak naar binnen dringen. Dit alles wist men reeds eerder maar men heeft langen tijd in het duister getast 84

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 99