HOOFDSTUK I BOOM EN IN DEN WINTER Ais November met de laatste mooie dagen van najaarszon, laatste bloemen en ontkiemende planten uit het land is verdwenen, de bonte kraaien en spreeu wen de oranje duindoorns volkomen kaal hebben ge geten, wordt het winter. Al blijft het gras nog lang groen van tint, al kleuren er nog paddestoelen op den bemosten boschbodem en al hangt er nog een enkel koperrood of heldergeel blad tusschen de kale takken, weldra blaast voor het eerst de wind weer uit het Noord oosten en trekt de vorst een vlies over de vaart. De hooge witte wolken verdwijnen uit het blauw van de lucht, het grauw en het grijs krijgen de overhand en natte, weldra droge, sneeuw is op komst. In December zijn het meestal de voorboden van den winter, die ons beklemmen, ook wel verheugen, in Januari wordt het ernst. Dan zijn de vaarten in spie gelgladde banen herschapen, dan wapperen er vlaggen aan de ijstentjes en dekt de sneeuw het grauwe land. Het is winter geworden in Holland, de wegen zijn glad, de daken gaan schuil onder een witte kap van sneeuw en de takken der boomen schijnen te buigen onder een zwaren last. Het is mooi buiten. Op de ongerepte sneeuw zijn sporen te volgen in het bosch en over den verlaten landweg, er is veel te fotografeeren en over de wegen van ijs zijn prachtige tochten te maken. Als dan de rijp nog alles met haar kristallen en diamanten bedekt, is het landschap binnen enkele uren in een aardsch para dijs herschapen. Maar de menschen van dezen tijd bekijken dit alles met critischen blik en angst in hun hart, want het laagje kolen in hun schuur is nog maar dun en als de kou lang aanhoudt, zal de bodem spoedig zichtbaar zijn. Er zijn er niet veel, die het vuur in den 5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 8