schrijving van. In den zandgrond heeft men kuilen ge graven en deze met klei gevuld en de beuken, die hierin konden wortelen, zijn opgegroeid tot een statig beuken bosch maar de planten op den bodem bewijzen, dat er iets niet in- den haak is. Liet men het geheel dan ook aan zichzelf over, dan bleef dit beukenbosch niet be staan, maar herstelde zich na verloop van tijd het eiken- berkenbosch en zoo zijn er in ons land nog wel meer voorbeelden te vinden van bosschen waar de onder groei, mits de bodem in den loop der jaren niet te veel is veranderd, verraadt dat hier vroeger geen dennen, populieren of beuken groeiden. Behalve het eiken-berkenbosch en het eiken-haagbeu- kenbosch bezat ons land in vroeger tijd ook elzen- broekwouden en berken-wilgenbroekbosschen. Wie de resten van al deze boschgemeenschappen in een paar dagen wil bestudeeren doorkruise eens de beek dalen en heuvels van Zuid Limburg. Langs de Geul, in de moerassige weilanden, groeien de elzen, daarnaast krijgen de wilgen een plaatsje, terwijl de hop zich door de struiken slingert. Overal groeit het bitterzoet en in het voorjaar prijkt de dotter er met goudgele bloemen. In de bronnetjes kunnen wij nog het zeldzame goudveil vinden en daar bloeit ook de bittere veldkers. Al deze planten behooren tot de gemeenschap van het elzen- broekwoud. De boometage van dit woud bestaat in hoofdzaak uit els, maar ook de zachte berk, Betula pubescens, wordt er aangetroffen. In de struikenlaag groeien vuilboom, lijsterbes, Geldersche roos, hop, ge oorde en grauwe wilg. Echte elzenbroekwouden zijn zeldzaam in ons land, ze hooren van oudsher thuis op terreinen waar het water na overstroomingen moeilijk wegliep. Door ontwatering is het grootste gedeelte ver anderd in weiland en slechts de els aan den slootrand en het bodemprofiel verraden iets omtrent den vroe- geren toestand. In beekdalletjes in Zuid Limburg is nog iets van dit elzenbroek over. Bovendien vinden wij 73

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 86