kenbosch van vroeger is dus voor het grootste gedeelte
herschapen in bouwland. Toch zijn er in den Achter
hoek, in de z.g. boerenbosschen en op de groote buiten
plaatsen stukken van dit bosch bewaard gebleven.
Eigenlijk kan men dit eiken-haagbeukenbosch nog
weer in twee typen onderscheidenéén op drogere,
één op vochtiger grond. Het droge eiken-haagbeuken
bosch, dat vooral voorkomt in het Zuidoosten van ons
land en op de drogere gronden van Zuid Limburg, is
samengesteld uit zomereik (Quercus robur) haagbeuk,
esch, eschdoorn, terwijl de hazelaar, de lijsterbes, de
braam en de kamperfoelie in de struikenetage een
plaatsje hebben gevonden. De plantenrijkdom van dit
bosch is heerlijk groot. Hier bloeien in het voorjaar de
anemonen en vouwt de klaverzuring haar witte bloem
kelken open. De veelbloemige salomonszegel, het helm
kruid, lelietje der dalen, nagelkruid en grootbloem-
muur kan men er vinden en het is een genot in het
voorjaar of in den voorzomer onder de eiken te zoeken
naar zeldzame planten. Door zijn soortenrijkdom is dit
bosch nooit saai, maar levendig van kleur en licht-
schakeering.
Vaak zijn de leemlagen waarop het eiken-haagbeuken
bosch zijn levensgemeenschap vormde, weinig door
latend en blijft het regenwater korter of langer tijd
staandan voegen zich bij de vorige nog een aantal
vochtminnende planten als moerasandoorn, wijfjes
varen, kruidjeroermeniet, bergeereprijs, wijdaarzegge,
brandnetel. Stukken van dit bosch zijn vooral op oude
buitenplaatsen bewaard gebleven. Door het graven van
greppels en slooten, en door ontwatering is de grond
waterspiegel nogal eens gedaald. Het gevolg hiervan
was, dat de oorspronkelijk rijke flora degenereerde en
de meer van droogte houdende planten nu hun plaats
kregen.
Natuurlijk beantwoordt dit schema van de levens
gemeenschap van het eiken-haagbeukenbosch niet
7i