57
bloei krijgen de bloemen op den duur een lila kleurtje,
eerst van buiten, daarna ook van binnen en tenslotte
blijven de bladeren om de rijpende vruchten gesloten.
Een tijdlang blijven deze bladeren nog groen, daarna
vallen ze af, de stengels vallen geheel en al om en na
een poos is de anemoon van het boschtooneel ver
dwenen. Hun geheele bovengrondsche geschiedenis
speelde zich in het voorjaar ten tijde van de knop- en
bladontluiking der boomen af.
Ook de helmbloem, Corydalis solida, het „Vogeltje
op de kruk", verdwijnt na den bloei geheel. Dit is ook
een prachtig boschplantje met mooie paarsblauwe
bloemen die er erg ingewikkeld uitzien en ook zeer lang
in bloei blijven. Het vogeltje op de kruk is nog al een
vriend van het beukenbosch. Dit wordt echter waar
schijnlijk niet veroorzaakt door de groote aantrekkings
kracht van deze boomen, maar waarschijnlijk door het
feit dat het er voor het bolletje niet op aankomt of het
meer of minder diep onder de oppervlakte is gelegen.
In een beukenplantage (niet in het echte lichte beuken
bosch waarover later meer) hoogt zich de bladerlaag
snel op en dat belemmert den groei van vele bosch-
planten. Corydalis solida is een der weinige planten die
zich daar weinig van aantrekt en zich dus onder beu
ken kan handhaven. Hij is dus de overwinnaar in den
strijd om het bestaan tusschen de bladeren.
Een van de allermooiste boschplanten is toch altijd de
boschklaverzuring die in groote groepen bijeen groeit
en frischgroene bedden vormen op den grond, óók,
en dit is altijd het verrassende, op heel donkere plek
ken. De bloempjes zijn bijzonder fijn en bijna door
zichtig van kleur. We loopen echter nogal eens aan hen
voorbij, omdat ze zoo vaak gesloten zijn. Het zijn wijde
bekertjes op een rood aangeloopen steeltje met fijne
aderteekeningen op de bloemblaadjes. De bloemen
worden door heel kleine dieren, kevertjes en vliegen
bezocht, maar vaak ook lukt de bestuiving niet. Toch