56 lette en paarse anemonen-in-den dop staan boven den grondMaar hoewel zij zoo vroeg boven de aarde komen om toch maar terdege van het licht in het bosch te genieten, is hun violette, soms bijna zwarte tint een bewijs dat zij op een teveel van het goede hoe genaamd niet zijn gesteld. En de paarsachtige tint van de anemonen die men vroeger wel met nachtvorsten en kou in verband bracht, wordt tegenwoordig opgevat als een bescherming tegen ultraviolette stralen die een schadelijken invloed op het protoplasma zouden uit oefenen. Zoodra de plant gaat groeien en zich wat heeft ontwikkeld verdwijnt de beschuttende kleur uit zijn jeugd. Op een mooien dag gaan de anemonebloempjes open en pronken de witte kelkblaadjes om het groene hartje met de gele meeldraden. Het is de warmte die het anemoontje openvouwt, het licht dat het steeltje deed strekken. We kunnen hier zelf heel makkelijk achter komen door een paar anemonetakken in een donkere huiskamer te zetten. De bloemen gaan open, het steel tje blijft hangen. Maar aan de anemonen zijn nog veel meer bijzondere dingen te bestudeeren. In de eerste plaats al de langdurige bloeitijd die soms wel een maand kan duren. Als het bij uitzondering eens een helder zonnig voorjaar is, waarin de zon dagen achter een staat te stralen in een blauwe lucht, zijn ze veel eerder, binnen de veertien dagen al, uitgebloeid. Bij donker, buiïg en afwisselend weer blijven de planten veel langer in bloei. Wie in dezen tijd dagelijks in het bosch komt of eigen lijk liever aan het begin en het eind van de anemonen- bloei, zal merken dat tegen het eind van de bloei periode de anemonebloemen zijn gegroeidDit wordt veroorzaakt door het feit dat het open- en dichtgaan eigenlijk een groeiproces is. Bij het opengaan groeit de binnenste cellaag sneller dan de buitenste, terwijl bij het dichtgaan het omgekeerde gebeurt. Tijdens dezen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 67