groeit nog bij 1/6o, de adelaarsvaren Pteridium aqui-
linum bij '/eo- Wordt de schaduw op de plaats van al
deze planten nog dichter dan degenereeren zij dus.
Een van de allermooiste boschplanten is de anemoon
die tegen het einde van Maart boven den grond komt,
„gebogen als een Oostersche slaaf", schrijft Dr Jac. P.
Thijsse in zijn mooie boek „Omgang met planten". Al
spoedig echter heft het bloemstengeltje zich omhoog en
nu begint het spel van rekken en strekken, krommen,
buigen en weer opheffen dat bij zooveel planten in het
voorjaar altijd weer boeit. Eigenlijk lag de heele
anemoonplant, stengel, blad en ook de bloemknop al
gereed in den geurigen boschgrond. Ook dat is alleen
mogelijk in het bosch want onder de meer of minder
dikke laag van afgevallen bladeren dringt de koude niet
zoo heel gemakkelijk door. Het schijnt zelfs dat de be
schuttende werking van allerlei bladeren niet geheel
dezelfde is maar natuurlijk moeten we met dergelijke
conclusie's heel voorzichtig zijn omdat ook de samen
stelling van den grond en de vochtigheidstoestand niet
overal hetzelfde zijn. Of van het eene soort bladeren
een warmer deken is samen te stellen dan van een
andere, dient dus nog nauwkeurig te worden onderzocht.
In ieder geval liggen de anemoontjes tegen het einde
van Januari al klaar en er gebeurt onder de aarde dus
al van allerlei terwijl boven den grond de winter nog
heerscht. Dat is een optimistische gedachteMaar de
boschplanten moeten er ook wel vroeg bij zijn en tijdig
boven den grond verschijnen om nog voldoende van
het licht te profiteeren. Het is een alleraardigst gezicht
zoo'n groep anemonen zich door de dorre blader-
laag te zien heenwerken en wie in boschrijke streken
deze planten weet te staan moet er dan ook in Maart
altijd tijdig op uittrekken om deze gebeurtenis in
het bosch te bewonderen. Gezamenlijk tillen de gebo
gen stengels, soms wel een twintig bij elkaar, de dikke
bladerlaag op. Deze droogt op en waait uiteen, de vio-
55