54
Er zijn zelfs stukken bosch waar geen enkele plant het
uithoudt. Iedereen heeft in de vacantie wel eens onder
het totaal gesloten dak van een statige beukenplantage
geloopen of gefietst langs den rand van een dennen-
aanplanting. Geen enkel gewas wil daar in bloei ko
men. In de greppels staat hier en daar een enkele
kiemplant die voor het ontkiemen nog licht genoeg
kreeg, voor het in bloei komen echter niet en dus on
verrichter zake weer van het boschtooneel zal moeten
verdwijnen. In dit geval heeft het licht dus over het
zijn of niet zijn van de plant beschikt.
Het leven van de groene planten is onder andere een
strijd om het licht en het spreekt vanzelf, dat deze be
langrijke factor in het plantenleven door natuuronder
zoekers terdege is bestudeerd. Zonder licht kan een
plant namelijk niet assimileeren, d.w.z. uit het kool
zuur der lucht met behulp van het water, het blad
groen en zouten uit den bodem zijn voedsel maken
en het is dus van belang te weten hoe iedere plant op
licht en schaduw reageert. Men zou natuurlijk voor
iedere plantensoort het licht, waarbij deze kan leven
of nog „net" in het leven blijven kan, kunnen meten.
Eenvoudiger is het de sterkte van het licht dat de plant
bereikt te meten ten opzichte van het daglicht. Deze
factor L, welke dus uitdrukt de sterkte van het licht
op de plaats van de plant ten opzichte van de sterkte
van het daglicht, is door Wiesner, later door den
Zweed Lundegard uitvoerig voor allerlei planten en
ook voor bladeren en twijgen gemeten. Is L gelijk aan
1/3, dan beteekent dit dus dat de sterkte van het licht
dat de plant bereikt V3 is van de sterkte buiten het
bosch. De kleine boschklaverzuring Oxalis acetosella
is een van de planten die met een zeer kleine hoeveel
heid licht nog kan leven, in bloei kan komen en haar
zaad kan laten rijpen. Zij gedijt nog wanneer 1/70 van
het gewone daglicht haar blaadjes bereikt, maar leeft
dan wel aan de grens van haar bestaan. De boschbes