HOOFDSTUK VI. VOORJAAR IN HET BOSCH BOOM EN EN LICHT ]VIaart met zijn gure dagen is voorbij, de winter is voor het grootste gedeelte achter den rugDe hazelaar stuift al sinds een paar weken niet meer en het sneeuw klokje en de winteraconiet zijn radicaal uitgebloeid. De vogels beginnen de een na den ander te zingen, de wind draait af en toe naar het Zuiden en er breken onverwachts een paar heerlijke warme dagen aan. Regen valt neer om zaden te laten ontkiemen en plan ten te doen uitstoelen. Nu wordt het werkelijk voorjaar en al brengt April vaak tot het aanbreken van de bloei maand teleurstelling na teleurstelling, al kan de wind langdurig guur en droog blijven en bladeren en bloe men veel te lang in de knoppen gesloten houden, een maal toch gaat de natuur zich ontplooien en staan slootranden, wegbermen en boschranden opeens vol bloemen en dan wordt het ook de mooiste tijd voor het bosch. Tot nu toe waren het de wintersche boomen, daarna de vroege elzen en wilgen die ons iets omtrent het wis selen der seizoenen openbaarden. Tegen het einde van April echter, soms iets eerder, soms wat later, gaat het bosch feestvieren, want dan springen de bottende knop pen open en komt er een vracht blaadjes te voor schijn die met hun lichtgele en smaragdgroene kleuren al het zonlicht opvangen en weer terugkaatsen zoodat het onder de boomen een vreugdevol feest wordt. Nooit is het bosch mooier en jeugdiger dan in dezen tijd, want even te voren zijn bovendien alle voor- jaarsboschplanten in vollen bloei gekomen en is het dus ook op den grond fleurig en vroolijk. Anemonen, klaverzuring, sleutelbloemen, helmbloemen, violen en Adoxa, alles bloeit tusschen de stammen en struiken, 52

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 63